
Vader wast zijn handen, kil, de dag is vroeg,
dauw is grijs, zwart vult de beker,
geluid van lopen, stuitend dwars tegen de muur,
liever dan dat wordt men wakker.
Leven staat op, de droom drijft wachtend achter,
met de zon breekt het open,
ontbijt brengt de dag, de dag brengt tijd,
tijd is van ons allen
In dit huis vielen tranen, In dit huis was venijn
dit huis herbergt de jaren, onschuld, werk en pijn,
in dit huis konden we wonen, dit huis was het goed,
in dit huis mochten we dromen, In dit huis stroomt ons bloed
Een mes snijdt ons brood, een glas vraagt te drinken,
tevreden zingt de kachel,
na werken is de tijd, rust mag zich vermaken,
Drinkt de warmte zich naar binnen.
Alle dingen die hier gebeuren, neem je op en neem je mee
warmte van weleer,
laat gedachten stromen, over wat er is gebeurt,
terugblik kijkt gelukkig
In dit huis vielen tranen, In dit huis was venijn
dit huis herbergt de jaren, onschuld, werk en pijn,
in dit huis konden we wonen, dit huis was goed,
in dit huis mochten we dromen, In dit huis stroomt ons bloed
Een hand zoekt een sleutel, brandend in een zak,
hij zoekt de lege plekken
een deur slaat dicht, hoor de stilte vallen
zachtjes het licht uit,
Naar buiten kijkt het raam, vang de laatste blik,
vanavond is vervallen,
water stroomt zijn weg, ruist zacht ,de nacht brengt rust,
langzaam gaan het onderuit
In dit huis vielen tranen, In dit huis was venijn
dit huis herbergt de jaren, onschuld, werk en pijn,
in dit huis konden we wonen, dit huis was het goed,
in dit huis mochten we dromen, In dit huis stroomt ons bloed